31 août 2012

Edith aan het woord

Geen zolderkamerartiest

In een vorig leven heb ik gewerkt als directiesecretaresse. Een drukke baan, die me opslorpte. Na mijn werk, ’s nachts vooral, schilderde ik, dat was een verademing. Ik sprak daar niet veel over, ik deed het voor mezelf, niet voor een publiek.
Denk alsjeblieft niet dat ik een zolderkamerartiest wil zijn, een kluizenaar die niet wil delen. Integendeel, kunst maken is juist anderen deelgenoot maken van wat je voelt, communiceren. Ik wou dan ook tentoonstellen, en dat gebeurde voor het eerst in 1996. Mensen naar mijn werk zien kijken, hun reacties te zien en te horen, dat was een enorme stimulans.
Ik schilder niet voor mezelf. Toeschouwers die door een werk geïntrigeerd zijn, proberen te vatten wat je wilt uitdrukken. Soms lukt dat, soms komen ze met hun eigen, afwijkend verhaal; altijd blijven ze stilstaan bij het onderwerp dat ik heb willen behandelen. En daar is het me om te doen.
Ik kan me niet voorstellen te leven zonder kunst. Schilderen, beeldhouwen, dat wil ik al sinds ik kleuter was, het is even fundamenteel als ademen.

Creëren, niet interpreteren


Een kinderdroom was: danseres worden. Ik dans graag, liefst de Argentijnse tango, daar spat de passie van af, en dat mag! Wat is er mis met overgave, niets toch?
Toch heb ik de behoefte nadien te verstillen, de emotie van de dans te herbeleven, ze in alle rust nogmaals te laten doordringen. Op dat moment is muziek verstilde kracht, maar even goed een bron van energie, die me aanzet aan de slag te gaan, te woekeren met mijn talent, dus te schilderen en te beeldhouwen. De kracht van de muziek, de zwierigheid van de beweging, die dynamiek vastleggen, daarvan een met uiterste precisie gekozen momentopname maken, dat was de uitdaging. En het resultaat is “De danseres”.
Terwijl ik werk luister ik altijd naar muziek, of, als dat niet mogelijk is, naar een melodie in mijn hoofd. Muziek is mijn maatje, mijn muze.
Toen ik jong was heb ik muziek en piano gestudeerd, maar een groot componiste is aan mij niet verloren gegaan. Muziek uitvoeren die anderen hebben geschreven, zou ik niet met overgave kunnen. Ik wil creëren, niet interpreteren. Ik koos voor schilderen en beeldhouwen omdat ik dan zelf kan scheppen.

Inzoomen op essentie

Ik streef niet naar een brave afdruk van het waarneembare. Aanvankelijk schilderde ik vooral abstracte landschappen. Omdat mensen voor mij belangrijk zijn kregen ze daarin een plaats. Ik zocht naar wat voor de mens essentieel kan zijn en zoomde op hen in. Ik maakte close-ups van bomen en wortels, noem het een zoektocht naar roots. Reflectie leidde tot het maken van werken waarin het symbolische, het figuratieve en het abstracte gemengd worden.

Altijd een beetje reizen

Ik ben aangetrokken door andere culturen en reis graag, letterlijk, maar ook figuurlijk. De wereld ontdekken, ook dat is een inspiratiebron. Ik ben gezegend met een fotografisch geheugen. Op reis sla ik indrukken, emoties en gedachten op. Mijn brein is een bewaarplaats van foto’s, die ik me jaren later nog precies voor de geest kan halen. Dat stelde me in staat een reeks schilderijen over Afrika te maken, onder meer over het slaveneiland Gorée te Senegal. Die plek heeft me zo sterk aangegrepen dat ik er een werk heb over gemaakt, als geheugen van de geschiedenis die ik wil doorgeven. Wat ik ook maak, het moet zinvol zijn.

De danseres in 3D

In 2001 gaf ik mijn baan op, omdat ik me volledig op kunst wou toeleggen. Vier jaar later ging ik opnieuw naar de academie, nu niet om te leren schilderen, maar om te beeldhouwen. Ik wou absoluut in drie dimensies werken, op die manier kan ik nog beter gebruik maken van de ruimte en de materie. Beeldhouwen leerde me ook geduld hebben, vooral wanneer je voor een technisch probleem komt te staan. Ik weet nu dat ik veel geduld kan oefenen, zeker als ik weet waar ik naartoe wil. Mijn doel was ‘De danseres’.
Zij drukt dans uit, het heeft geen belang of iemand haar bekijkt of niet. Ze wordt opgeslorpt door muziek, die maakt haar vrij.
Is deze sculptuur alleen maar een danseres? Je kunt er meer in zien, het is een werk op de grens tussen figuratie en abstractie. Ik heb de vorm van een dansende vrouw veranderd. Ze heeft hoofd noch armen, de nadruk ligt op de beweging.
Het beeld is meer dan een danseres. Je zou kunnen denken dat ze uit haar evenwicht is. Dat is omdat ik een precies moment in een beweging heb willen vatten, juist die nanoseconde dat je denkt: ze gaat vallen. Enkel als je ziet dat ze in beweging is, begrijp je hoe ze overeind blijft. Daarin schuilt de ogenschijnlijke contradictie, dat je met een statisch beeld toch beweging kunt uitdrukken.
Dans en beweging, het loslaten van ratio en het uitleven van je lichaam – die vreugde wil ik omzetten in dynamische beelden, met een ongebonden expressie van levenslust.

Aucun commentaire: